Sommige ouderen overwinteren in het zonnige Spanje. Je kan hun geen ongelijk geven. Anderen zoeken veiliger oorden op en trekken naar onze Vlaamse kust. Een lucht vol jodium, ook niet zo slecht. Toen voorzitter Raf me voorstelde om naar de kust te trekken was ik één en al positief oor. De kust: goede lucht, wat kan een mens meer wensen. Maar op dat strand daar rijden toch geen tractoren? De aap kwam al vlug uit de mouw onze gesprekspartner had zijn roots net achter de kust, de mooie uitgestrekte polders van “De Moeren”. Ons gezelschap bestond naast OTL voorzitter Raf Janssens, ook uit Hugo Van Hoecke verkoopsinspecteur bij Matermaco uit Gembloux en ex-dealer Roger Van Bastelaere uit Lokeren. Het beloofde een drukke tractor conversatie te worden. Matermaco zou er een belangrijke rol in spelen naast Massey Ferguson en zijn directeur op rust Johan Pattou.
Bijna alle tractoren passeerden in Gembloux
Over zijn studententijd wou Johan niet veel kwijt. Hij was nogal een rebel, hield van anarchie. Uiteindelijk dacht zijn vader dat zijn zoon ging boeren, zijn broer ging naar de universiteit. Marnix Pattou werkte een leven lang aan de staat als rijkslandbouw ingenieur. Bijgevolg lag de boerderij klaar voor Johan, zo dacht vader. Zijn vader onderhield goede contacten met het Proefstation in Beitem, hij had zo maar eventjes 400 percelen van elk 60 m2 proefveldjes op zijn erf. Tot in 1990 was het een hobby voor Johan om jaarlijks in de oogst dit doolhof van proefvelden af te rijden met de maaidorser van de hoeve (eerst een Massey Harris met de motor onderin en opzakinrichting, achteraf een Massey Ferguson – het stro werd geperst, met natuurlijk een Massey Ferguson pers).Door die relaties geraakte Johan in contact met de proefstations te Gembloux .
Hij werd aangenomen als student in de CEMAG (Centre d’expérimentation de machines agricoles à Gembloux). Hij volgde daar het onderzoek op tractoren, testen van allerhande modellen, en in ’t seizoen testen van de dan nieuwe zesrijige bietenrooiers. Hij was daar op kot met andere studenten van de landbouwfaculteit van Namen en had er o.a. een cursus dieseltechniek. Ook een goeie plek om Frans te leren. Hij blijft ervan overtuigd, hij heeft daar veel bijgeleerd. Het werk was vergelijkbaar met de huidige Nebraska testen, maar toen beperkt tot Europa(OCDE).Onder de geteste tractoren bevonden zich met name de Hanomag 101-serie, de Ford-1000-serie, de Massey 100-serie, de Fiat 100-serie en verder de International Harvester 523 en 624 met zijn hydraulische versnellingsbak, zeer vooruitstrevend voor die tijd. Deze versnellingsbak schakelde traploos over van veld naar baan versnelling, of naar keuze in achteruit . Na één jaar Gembloux hield Johan Pattou het voor bekeken, want het was tijd voor de legerdienst. Die vond vooral plaats op de luchtmachtbasis te Koksijde.
Hij vervolgde als 21-jarige zijn loopbaan bij John Deere Europa Intercontinentaal in het Franse Orleans. De start begon aldaar met een serieus verkeersprobleem. Er reden met name geen rechtstreekse treinen tussen Duinkerke en Orleans. In Parijs moest de jonge gast de metro nemen om verder naar Orleans te kunnen sporen. Johan zelf werd er al vlug het “Kerstekind” (de lieveling), van de Belgische directeur Aelvoet, bij wie hij weinig mis kon doen. Johan werkte er van juni 1969 tot 30 december 1972 als verkoopspromotor. Hij heeft er de 20-serie weten uitkomen met de 820 tot 3120. John Deere was op gebied van marketing fantastisch. Hij deed er ook de administratie van de dienst na verkoop, op een bepaald moment gaven ze zelfs 3 jaar garantie. Johan kon er boeiend over vertellen, ook verhalen die dit papier niet kunnen verdragen. En om het nog wat gezelliger te maken haalde hij de fles Picon boven, ja we zaten niet voor niets in De Panne, vlakbij de Franse grens.
OTL-clubblad: mooi glanzend papier
En dan plots rinkelt de telefoon, het gesprek ontwikkelt zich rond Massey - Harris tractor. Eerst werden ze gebouwd in Marquette (nabij Rijsel), een fabriek die Massey Harris in Europa bouwde in de dertiger jaren. De motor van deze tractor was dezelfde als deze in het auto model Simca 1.000, namelijk een 998 cc. Deze modellen zijn niet in België officieel ingevoerd. Ondertussen bekeek Johan ons OTL-clubblad, “mooi glanzend papier!” Hij was onder de indruk. ” Proficiat, want zoiets samenstellen is niet zo eenvoudig als het lijkt.”
Waar lag Houtem ook weer ...?
Johan Pattou stond als kind reeds vol verwondering voor Ferguson. Geboren als boerenzoon in Houtem (Veurne) in De Moeren stond hij als 6-jarige knaap in 1954 met de mond open te kijken naar demonstraties met bieten rooimachines. Voordien was bieten rooien hard labeur, nu werden voor dit werk nieuwe machines ingezet. Die demonstraties gingen door op het ouderlijk bedrijf, ze werden gefilmd. Deze film werd opgenomen op een cd van het filmarchief van Fedagrim .Oorspronkelijk hadden ze bij Johan thuis een Allis Chalmers tractor. De wagen met bieten zat vast en een klein tracteurken met gedragen aanhangwagen en wielen volledig achteraan, vol met bieten trok het ganse gevaarte weg. Het was de eerste kennismaking met de kleine grijze Ferguson. Het was de eerste tractor met een 3-puntshefinrichting en gewichtsoverdracht. De boeren die de demonstratie bij woonden waren enorm onder de indruk van de kracht van dat klein tracteurken, ze wilden er allen ook zo één! Klein verhaal, de bestuurder van die demonstratietractor moest 2 dagen in Houtem verblijven, de demonstraties duurden immers 2 dagen lang. Gevolg hij zat 3 nachten in café “Bon Coin” te Houtem. Na de demonstraties is hij met de Ferguson tractor nogal beschonken tegen 25 per uur terug naar Brussel gereden. Hij deed er 2 dagen over en heeft nooit geweten wat er juist gebeurd was. In 1973 is Johan hem nog eens tegen gekomen. Hij zei : ik heb jou vader nog ontmoet te Houtem. Deze demonstraties waren het begin van de ervaringen met Ferguson voor Johan.
Een nieuwe fabriek te Bauvais
Massey Harris heeft in 1938 de eerste zelfrijdende maaidorsers ter wereld gefabriceerd. Johan weet het nog zeer goed, gerst werd geoogst met een pikdorser, tarwe met een pikbinder. Op het ouderlijk bedrijf kwam een loonwerker, die bezat twee maaidorsers van het merk Massey Harris. Vader kocht in 1958 zijn eerste pikdorser, daarop stonden de letters MHF (Massey Harris Ferguson). Deze machine kwam uit de fabriek in Kilmarnock (Schotland). Uit deze fabriek kwamen de grotere machines, Marquette bij Rijsel was een fabriek voor persen en kleinere maaidorsers.
Door de fusie tussen Massey-Harris en Ferguson ontstond de naam Massey-Ferguson, hetgeen verwerkt werd in het logo met midden bovenaan een teken van het driepunt hefsysteem. Op de huidige tractoren staan enkel nog de drie omgekeerde driehoeken De Massey Ferguson groep opent in 1960 een tweede fabriek in een agrarisch centrum van Frankrijk te Beauvais. Het moet een ultra moderne productie-eenheid worden waar de automatisatie op de spits gedreven wordt. Hier ontstond de leuze “de machines werken en de mensen bewaken ze”. Bij de start bekleedde de fabriek, op een nieuw industrieterrein, 3 ha waarvan 2/3 gebruikt werken voor montage en 1/3 voor constructie. Deze oppervlakte werd reeds verdubbeld in 1966 en dit vooral voor de constructieafdeling. Op heden bestaat de fabriek uit 2 eenheden op samen 30 ha met 2600 werknemers. Sinds 1960 werden er meer dan 900 000 tractoren gebouwd. In de ontvangstruimte te Beauvais staat een mooi opgeknapte MF 65. Het is een tractor van het ouderlijk bedrijf van Johan te Houtem.
Op zijn eentje een zaaimachine in elkaar gezet
Door zijn werk in Gembloux kwam Johan in contact met allerlei invoerders van tractoren. En zo kreeg hij op een keer een aanbod om bij John Deere te gaan werken. In Vilvoorde had Johan contact gehad met directeur Aelvoet, die schreef hem enkele maanden later een brief met de uitnodiging om samen de toekomst te bespreken. En aanwerving was het gevolg. We schreven toen 1969, Johan mocht beginnen met een wedde van 14.000 fr./maand (350 €). Voorzien was om 3 maand bureelwerk te doen bij John Deere in Vilvoorde. Hij deed er de administratie van de verkoop, en de dienst na verkoop. Hij zette er tractors in gang, loste er pikdorsers van de treinwagons, kortom van alles en nog wat. Ook daar leerde hij veel bij, zo zette hij op zijn eentje zaaimachines voor maïs en getrokken hakselaars in elkaar. Dit gebeurde s’avonds na de uren om persoonlijk deze machines beter te leren kennen. De John Deere tractoren uit Duitsland kwamen in Vilvoorde per trein toe. Die treinen reden binnen in het magazijn en de tractoren werden er daar met een loopbrug van de trein genomen. Vanaf de fabriek in Duitsland tussen bestelling en levering hadden die niet meer gedraaid. Als men ze nodig had voor de verkoop dan pas werd er een batterij in gezet. Goed in de markt lagen toen de getrokken hakselaars de modellen 34 en 36 vooral in Limburg en Wallonië. Wat weinig mensen weten is dat er een akkoord is geweest tussen John Deere en Fiat om samen te werken. Fiat was sterk in Italië –ge ziet wat er nu van geworden is- en John Deere was sterk in Amerika, maar in Europa hadden ze toen problemen. Voor alles in de puntjes geregeld werd is het akkoord terug afgesprongen. John Deere Intercontinental Limited stond in Vilvoorde op de Schaarbeeklei met grote letters boven de poort. Dit gebouw werd gehuurd van Dhr. Doyen, vroeger invoerder van Lanz Bulldog.
John Deere: machtige organisatie
Johan bleef drie jaar en half werken bij John Deere. In die tijd woonde hij op een kamer boven een café waar regelmatig de Juxe-box hem wakker hield. Hij leerde toen ook zijn vrouw kennen, in feite een streekgenote uit Houtem. In eerste instantie ging hij na zijn huwelijk in Vilvoorde wonen. Bij John Deere draaide het niet zo goed, en plots was daar het bericht: “Alles verhuisde naar Van den Abeele”. Samen met nog enkele collega’s waren ze “echte” John Deere mannen geworden. Zij wilden niet mee verhuizen. John Deere was machtig georganiseerd, ze hadden de kracht om iemand te overtuigen. Wel één groot nadeel, er is geen familie gevoel. De 3de generatie van John Deere telt enkel dochters. Trouwens John Deere dankt zijn naam aan een kleindochter, die de nieuwe tractor naar grootvader wou noemen als eerbetoon. Oorspronkelijk was John Deere maker van de eerste zelfreinigende stalen ploeg. En ten slotte was Van den Abeele de grote concurrent geweest van John Deere, met David Brown en Claas, en nu voor Van den Abeele gaan werken, dat kon niet!
Matermaco: Belgen uit Congo
Solliciteren, brieven schrijven, er zat niets anders op. De brieven waren nog niet verzonden of daar kwam een vraag van de firma Matermaco meer bepaald van de heer Pulinckx (broer van VBO voorzitter). Bij de sollicitatie werd uitleg gegeven over de werkzaamheden, later kan je opklimmen tot verkoopsinspecteur enz ... Het zag er allemaal veel beter gestructureerd uit. Dus vanaf 1 januari 1973 begon Johan te werken voor Matermaco, ’t was gedaan met John Deere. In dat jaar werd Roger Van Bastelaere uit Lokeren dealer voor Matermaco. In de begin periode moest Johan wat van alles leren in opdracht van de directie. Om te beginnen de baan op als verkoper, eigenlijk had hij dat nog niet gedaan. De witloofboeren aflopen om te zien of ze geen tractor nodig hadden. Nadien werkte hij 4 maand in de administratie. Hier moest tot in de puntjes alles correct zijn. Het was voor Johan een openbaring om te zien hoe hier bij Matermaco gewerkt werd.
Matermaco stond voor “ Materiel de terrassement et matériaux de Construction”. In de 19e eeuw reeds werd in ons land de groep Cominière opgericht die in het toenmalig Belgisch Congo de spoorwegen aanlegden en de mijnen ontgonnen. Er was vooral nood aan zwaar materiaal. De start in België dateert van 1946, dat was mede een gevolg van de uitbouw van de mijnbouw in eigen land na de oorlog. De zware Amerikaanse vrachtwagens die door Cominière werden verkocht konden ook hier ingezet worden. In de vijftiger jaren verdeelde de groep Ferguson in Congo. In 1963 werd Matermaco exclusief invoerder voor Massey-Ferguson in België en Luxemburg.
Als de verkopers niet willen, geen nood, Johan ging zelf de boer op
Vervolgens werd hij verkoopsinspecteur. En toen kwam de hakselaar , een Dronningborg met een Scania motor. Niemand wou dat in de beginfase verkopen. Geen nood Johan verkocht ze dan maar zelf. Sommige klanten kochten er zelfs twee! En dat was niet eenvoudig, Matermaco moest opboksen tegen het machtige New Holland, Hesston en Fox. Maar New Holland had geen ventilator die de maïs over de tractor blies, een enorm voordeel.
Een Vlaming die Frans kan heeft steeds een voetje voor
Alles wat bij Matermaco beslist werd, werd eerst aan de grote baas van Massey Ferguson in Engeland gevraagd. Zo was er ooit de vraag van Claas om bij Matermaco te komen, doch dat ging niet door. Matermaco moest en zou Ferguson pikdorsers verkopen, geen Claas. Nadat de Franstalige Annaert als directeur benoemd werd, bevorderde men Johan Pattou als adjunct-directeur. Zij vormden een ijzersterk duo. Ondertussen kende Johan de komst van Kubota bij Matermaco. In 1976 reed hij zelf met zijn aanhangwagen rond met erop een Kubota tuinbouw tractor, een type B 7000. Ook de landbouw tractoren van MF liepen als zoete broodjes, Matermaco verkocht er destijds 1.000 per jaar van de modellen 130,135, 165 en 175.
In 1973 begon men ook met de verkoop van de Kverneland ploegen. Ze werden vanuit Noorwegen ingevoerd, en werden de Rolls Royce genoemd onder de ploegen. Het begin was moeilijk, niemand kon zelfs de naam goed uitspreken. Het modellenaanbod groeide snel. Johan heeft veel goede herinneringen aan de mensen uit Noorwegen.
De ultieme bekroning: directeur
In 1986 werd Johan Pattou directeur bij Matermaco. Na 20 jaar directeurschap ging hij in 2007 op pensioen. Deze laatste 20 jaar waren enorm druk , eenzaam aan de top is ook niet alles. Toch liep het vlot dank zij zeer goede medewerkers en de uiterst goede relaties met de leveranciers.
Grootste tractoren fabrikant
Massey Ferguson is nog altijd als merk een van de grootste tractorfabrikanten ter wereld. En in België is Massey Ferguson Nummer 1 op gebied van tractoren in dienst. Ooit in de jaren ’80 reden enkele Belgische Massey Ferguson oldtimers van het type 168 die eerst in de fabriek van Beauvais grondig werden nagekeken van Parijs naar Dakar door 4 woestijnen. De verdelers konden toen mee sponseren.
Ferguson heeft Ierse roots
In 1994 werd de Ferguson vriendenclub opgericht. Spijtig een beetje te veel gericht op de Engelse markt. Harry Ferguson komt uit Noord Ierland. Hij werd geboren in een landbouwersgezin van 11 personen. In zijn leven maakte hij tractoren, vliegtuigen en auto’s Zijn loopbaan begon hij met de verdeling van de Amerikaanse tractor Waterloo Boy. Na wereldoorlog l besefte Harry Ferguson dat het tijdperk van paard en ploeg voorbij was. Sneller en beter kon alleen met nieuwe landbouwmachines. Dit idee vloeide voort uit de opeising van paarden tijdens de eerste wereldoorlog.
Na wereldoorlog ll vroeg Ferguson steun aan de Engelse staat, hij beloofde om 200 tractors per dag te maken en die ook uit te voeren. Hij kreeg financiële steun en ook beschikking over leveringen van staal. Dit laatste was niet zo eenvoudig, staal had men nodig voor de wederopbouw van het land. De grijze kleuren van zijn eerste tractoren is terug te brengen tot de beschikbaarheid van de verf van de zeemacht, die toen enkel en alleen verkrijgbaar was.
Alle Fergusons staan al op stal
In Vlaanderen spreekt men over een Ferguson, in Wallonië over een Massey. Ooit liep verkoopsinspecteur Hugo Van Hoecke met een gezelschap in Wallonië en zei: “Er is hier nog veel werk aan de winkel voor Ferguson, ik zie hier veel andere merken!”. “Natuurlijk”, was het antwoord van zijn gesprekspartner, “Alle Fergusons staan op stal, zij hebben al gedaan met hun werk!”.