Het was in 1937 ten tijde van de economische crisis dat Piet Zweegers van baron Van Tuyll van Serooskerken 5000 gulden leende om zich uit te kunnen kopen bij het noodlijdende GELRIA; Genoemd naar Geldrop, en startte een eigen bedrijf.
Hij produceerde daar dorskasten, kafmolens, lijnzaad en oliemolens en ook graanmolens. Tijdens de tweede wereldoorlog werden er bij Zweegers ook veel graanmolens gemaakt voor huishoudelijk gebruik. Zodat er thuis brood kon worden gebakken. De boeren werden geholpen met het repareren van hun werktuigen, dit werd veelal gedaan met oud ijzer en hout, in ruil voor vlees, melk, graan en eieren. Zodoende konden de 25 werknemers toch in dienst blijven, en werd het programma uitgebreid met aardappelsorteerders, uien afstaartmachines en waterpompen.
In 1948 overleed P.J. Zweegers op 57 jarige leeftijd. Zijn vier zonen Jan, Tony, Piet en André zetten het bedrijf voort. Tijdens de watersnoodramp in 1953 leverde Zweegers daar veel waterpompen, en nadien werden er daar ook diverse kunstmeststrooiers geleverd om de landbouwgronden te ontzilten. In 1957 werd besloten om zich meer te gaan richten op de hooibouw techniek, de welbekende PZ snelhooier kwam op de markt. Ook de PZ Zandoria pijpen zaaimachine werd gebouwd, met een primeur; De eerste met nylon zaaipijpen. Later werden ook Alpine mestverspreiders geproduceerd voor de Zwitserse Alpenboeren met de subsidie die ze kregen van de Zwitserse overheid.
Begin jaren 60 was men druk bezig met de ontwikkeling van een nieuwe grasmaaier, en in 1964 kwam Zweegers met deze revolutionaire Cyclomaaier op de markt. Deze maaier bestond uit 2 sneldraaiende trommels waaraan messen bevestigd waren. Met de komst van deze maaier, verdween de alom bekende vinger- of messenbalk na ca. 100 jaar groten deels van de markt. Er kwamen 3 type maaiers uit namelijk de CM - 110 met 2 trommels , de CM – 135 met 2 trommels en de CM – 160 met 4 trommels. Later werd deze CM-4 genoemd, deze grote maaier werd hoofdzakelijk door loonwerkers gekocht, ook omdat door zijn 4 trommels ook een behoorlijk aftakas vermogen noodzakelijk was.
In 1970 werd er in Geldrop een nieuwe productielocatie gerealiseerd met een oppervlakte van 75000 vierkante meter, waar van 65% bebouwd was. En hier werd ook weer de revolutionaire STRELA hooimachine gebouwd (de best verkochte ooit). Deze STRELA wordt vandaag ten dag nog geproduceerd onder de naam KUHN-HAYBOB en over de gehele wereld verkocht. PZ hooimachines onderscheiden zich door hun beweegbare hooitanden die door de centrifugaal- kracht naar beneden kwamen. Terwijl andere hooimachine fabrikanten een staande hooitand toepaste. De filosofie van PZ was dat een liggende tand het te schudden gras over de stoppel wreef, en niet door de stoppel heen harkte zoals bij een staande tand dus minder zand in het voer.
In 1972 kwam Zweegers met een 1-rijige maishakselaar op de markt. Deze had een Hakselrad in plaats van een hakselkooi zoals die veel andere merken hakselaars hadden. Ook had deze machine geen invoerkettingen wat veel onderhoudskosten bespaarde.
De vraag naar de steeds grotere en bredere machines nam als maar toe, en zo fabriceerde Zweegers in 1974 een frontmaaier, deze werd door de aftakas van achter af met een constructie naar voren aangedreven, Veel tractor fabrikanten hadden in die tijd nog geen front aftakas.
Ook werd de PZ HARVALL geïntroduceerd, deze had een 170 pk DAF motor en een hydrostatische aandrijving hiermee kon men makkelijk 2 frontmaaiers en ook twee, 2-rijge maishakselaars aandrijven, later kwam er nog een 4 rijige hakselaar bij.
In 1978 stonden bij Zweegers 1100 mensen op de loonlijst. Inmiddels was Zweegers gegroeid tot een toonaangevend bedrijf met een scala aan machines voor de voederwinning en akkerbouw, vooral aan Maaiers, Hooischudders en harken, Maishakselaars, Veldspuiten, Drainagereinigers en Kunstmeststrooiers.
In 1980 kwam er een einde aan het familiebedrijf. De aandelen werden verkocht aan de Familie Thyssen-Bornamisza , PZ ging deel uitmaken van de (TB) groep waar o.a. Boeke Heesters, Trioliet- Mullos, Vicon, Rivierre Casalis, Deutz-Fahr en Miedema behoorde. Doordat er daarom veel overlap bestond van hooibouwmachines, ging men zich in Geldrop meer toeleggen op die dingen waar men zich in onderscheidde; namelijk trommelmaaiers. Ook werden er ronde balenpersen in verschillende uitvoeringen en balenwikkelaars gebouwd.
Omdat de meeste genoemde bedrijven fabrikanten waren van hooibouw-werktuigen en machines voor de voederwinning werd er in 1988 de Greenland groep opgericht. Deze bestond uit de fabrikanten; PZ, VICON, TRIOLIET-MULLOS, RIEVIERE CASALIS, DEUTZ-FAHR, MIEDEMA en BOEKE-HEESTERS.
BOEKE-HEESTERS Amersfoort als handelsmaatschappij met het importeursschap van International Tractoren, en van o.a. Kverneland ploegen paste uitstekend in het rijtje van genoemde fabrikanten. Door Boeke Heesters en haar vestigingen werden de machines van de meeste eerder genoemde fabrikanten verkocht en gedistribueerd.
Begin jaren 80 richtte Zweegers een eigen verkoop en distributiecentrum vanuit Geldrop op, en werd een landelijk dealernet opgezet. In 1998 verkocht Thyssen Bornemisza de Greenland bedrijven aan Kverneland Noorwegen. Behalve Boeke Heesters, Trioliet Mullos en Miedema deze werden ondergebracht in de NETAGCO holding waaronder ook Rumpstad en AVR toebehoorde.
In 2000 wordt de 1.000.000 machine in Geldrop geproduceerd, en langzamerhand verdwijnt ook de merknaam PZ en word het VICON. Vanaf 2002 ging men in Geldrop concentreren op de productie van de grootpak- en rondebalenpersen en ook balenwikkelaars welke onder verschillend merknamen worden vermarkt.
Om financiële redenen “slachtte” Kverneland in 2008 ”de kip met de gouden eieren” en verkocht de fabriek in Geldrop aan BUCHER INDUSTRIES, een Zwitsers bedrijf waar ook KUHN in Frankrijk, fabrikant van zowel hooibouw- en grondbewerking machines deel uitmaakt, Kvernelands grote concurrent. Sindsdien prijkt de merknaam KUHN op de gevel van de fabrieken in Geldrop
Bron : Henk van den Langenberg