Tractoren Geschiedenis

Ugo Pavesi en Motomeccanica Balilla

Ugo Pavesi is een naam die bij de meeste mensen niet erg bekend in de oren klinkt. Ook bij de grote meerderheid van trekkerliefhebbers doet de naam Pavesi geen belletje rinkelen. Nochtans beschouwt men deze Italiaanse ingenieur als één van de grootste ontwerpers van zijn tijd zowel wat tractoren als aandrijvingen betreft. Sommige van zijn ontwerpen –o.a.  een automatische transmissie- waren begin vorige eeuw zo revolutionair dat men ze niet voor uitvoerbaar hield. Pas decennia later werden ze op grote schaal  in de auto-industrie toegepast. Pavesi was trouwens de man die in 1911 in Italië de eerste echte landbouwtrekker met achterwielaandrijving bouwde.

 

Ugo Pavesi geboren in 1886 in Novara in een gegoede familie, studeerde in 1908 af als ingenieur aan de polytechnische hogeschool van Turijn. Na zijn studie gaat hij korte tijd werken bij het studiebureau van Giovanni Enrico. Pavesi wou echter op eigen benen staan, vooral omdat hij ondertussen bepaalde projecten op papier had gezet die hij in het echt wilde realiseren. Zijn jeugdige leeftijd was echter een hinderpaal waardoor hij bij geen enkele bank de nodige kredieten kon losmaken. Daarom ging Pavesi op zoek naar een partner die wel het vertrouwen van de banken had. Die persoon was Gulio Tolotti, net als Pavesi een ingenieur, die enkele jaren ouder was en bovendien over wat financiële middelen beschikte. Beide mannen werden bevriend en vonden de bank Natali in Rome bereid te investeren in een door hen op te richten onderneming.

In 1910 werd dan in Rome de ‘Moto Aratrice Brevetti ing. Pavesi & Tolotti’ geregistreerd met een maatschappelijk kapitaal van 500.000 lire en met de bank als meerderheidsaandeelhouder. De werkplaats, met Tolotti als technisch directeur en Pavesi als ontwerper, werd echter opgestart in Gamboloita, een voorstad van Milaan.

In 1911 bouwt het bedrijf de eerste Italiaanse trekker met interne verbrandingsmotor met een vermogen van 5 pk. Eigenlijk was het een driewielige motorploeg met het voorste wiel als stuurwiel en achteraan twee wielen waarvan één het aandrijfwiel en het tweede het stabilisatiewiel. Het aandrijfwiel kon ook in hoogte versteld worden zodat de trekker bij het ploegen altijd in horizontale positie stond. Met deze motorploeg won Pavesi in 1911 de eerste gouden medaille op de landbouwbeurs in Turijn en een tweede gouden medaille in 1913 op de vakbeurs in Parma.  Pavesi begint nog dat jaar met de bouw van een traditionele vierwielige trekker ‘Typo America’ maar ook aanhangwagens voor het leger. Ook bij de vierwielige trekker kon het linker achterwiel opgeheven worden zodat hij altijd zijn horizontale positie behield bij het ploegen. Hetzelfde jaar  wordt het bedrijf omgevormd tot een naamloze vennootschap en begint men met de bouw van een nieuwe fabriek die geleidelijk zal uitgebreid worden tot 40.000 m2 in 1918.

In 1918 introduceert Pavesi zijn beroemde P4, een kniktrekker met vier gelijke onafhankelijke wielen en vierwielaandrijving. De stalen wielen hadden een diameter van 1200 mm en een breedte van 250 mm. De trekker was uitgerust met een 2-cilindermotor met een vermogen van 25 pk en 2 versnellingen vooruit en achteruit. Om de grote fabrikanten uit te dagen, die Pavesi als trekkerbouwer  nog altijd niet serieus namen, kon de P4 ook met een 40 pk motor geleverd worden zodat hij een rechtstreeks concurrent werd van de gevestigde merken. De trekker was echter te duur voor de gemiddelde landbouwer en werd dan ook niet echt een succes.

In 1919 stapt mede-eigenaar Tolotti op en wordt het bedrijf omgedoopt tot ‘Motomeccanica Brevetti ing. Pavesi’.

In 1923 schrijft het ministerie van Oorlog een wedstrijd uit voor de levering van een artillerietrekker. Pavesi of beter gezegd Motomeccanica schrijft zich in met de P4 en overklast alle concurrentie. Ook de ministeriële commissie was zo onder de indruk van de trekker dat zij Pavesi het voor die tijd enorme bedrag van 350.000 lire schonken, een bedrag dat eigenlijk voor de eerste drie concurrenten was bestemd! Een jaar later besteld het ministerie 45 exemplaren van de P4 maar ondertussen was Motomeccanica ook niet blijven stilzitten. Het bedrijf nam regelmatig deel aan buitenlandse vakbeurzen en velddemonstraties vooral in Frankrijk en Groot-Brittannië. In 1926 besluit het Italiaanse leger 1.000 exemplaren van de trekker aan te schaffen,  samen met 5.000 aanhangwagens voor troepentransport, te leveren over een periode van 4 jaar. Motomeccanica was echter, gezien de beperkte omvang van het bedrijf, niet in staat om het bestelde aantal trekkers aan het Ministerie van Oorlog te leveren. De productie werd, zij het met de nodige tegenzin van Pavesi, daarom toevertrouwd aan de SPA-Società Piemontese Automobili – een onderdeel van de Fiat-groep. Volgens de overeenkomst mocht Fiat de militaire P4 M versie uitsluitend aan het leger verkopen, Motomeccanica kreeg de exclusiviteit voor de agrarische markt. De ergernis van Pavesi was te begrijpen want alles draaide om (veel) geld. Zo werd de landbouwversie van de P4 verkocht voor ongeveer 34.000 lire terwijl Fiat voor de militaire versie 45.000 lire per stuk opstreek! Ter vergelijking: een Landini met gloeikopmotor kostte in dezelfde periode amper 27.000 lire. De landbouwversie P4 was in productie van 1918 tot 1930, de militaire versie P4M van 1919 tot 1942.

In 1928 was Motomeccanica echter al vergevorderd met de ontwikkeling van een nieuwe trekker die de P4 moest opvolgen. Het werd de Balilla wieltrekker die in 1930 in productie werd genomen.  Van de Balilla werden twee uitvoeringen gemaakt die eigenlijk niet veel van elkaar verschilden.  Bij de eerste versie zaten de bougies in het motorblok, bij het tweede type zaten de bougies in de cilinderkop. Beide trekkers hadden een vermogen van 10 pk en wogen amper 850 kg kreeg wegens hun klein formaat kregen ze al snel de bijnaam ‘topolino’ of vrij vertaald Mickey Mouse. De meeste mensen denken namelijk dat het een tuin- of wijnbouwuitvoering is maar dat klopt niet het is een echte landbouwtrekker. In die tijd waren de Italiaanse boeren namelijk klein van stuk en met een grote trekker konden die niet uit de voeten. 

In 1933, werd de rupstrekker geïntroduceerd, een afgeleide versie van de wieltrekker, maar met sterkere motor. De Balilla rupstrekker was het enige model van dit type dat door Pavesi werd ontwikkeld. Pavesi achtte een wieltrekker namelijk superieur  aan een rupstrekker. De Balilla trekkers zijn gemaakt van 1929 tot 1952, de rupstrekkers van 1933 tot 1951 Het totaal aantal gebouwde trekkers is onbekend maar dat moet in de honderden lopen. Er werden naast de landbouwtrekker ook industrie-uitvoeringen  gebouwd en vliegtuigtrekkers. Bovendien werden er een aantal in het buitenland verkocht, in Frankrijk zelfs onder de merknaam Alfa Romeo. Ugo Pavesi overleed schielijk op 13 juli 1935 amper negenenveertig jaar oud). Motomeccanica ging in liquidatie ging in 1966.

De ‘grijze’ Balilla

Martien van der Zanden uit Boekel (Noord-Brabant)  is al 30 jaar in de fiere bezitter van een grijze Balilla. Hij was dan ook de eerste verzamelaar,buiten Italie, die zich eigenaar mocht noemen een dergelijke tractor

Hij kocht de trekker op een zondagmiddag bij Wil Laarakkers uit Sambeek ( de grondlegger van historische tractoren in Europa ). Zelfs Laarakkers wist niet eens van welk merk dat gekke kleine dingetje was. Hij had hem meegebracht samen met een HSCS en diverse Deering tractoren uit Zuid-Frankrijk. Martien vond het echter toen ook al een bijzonder exemplaar en het was bovendien zijn eerste tractor voor zijn verzameling. Will Laarakkers dacht eerst dat het ging om een Alfa Romeo maar dat was destijds alleen maar de importeur van deze tractoren in Frankrijk. Na veel speurwerk tot in Italie toe kwam hij erachter dat het ging om een Motomeccanica Typo Balilla van de eerste serie,wat ook wel aan het serie nummer te zien is namelijk nummer 3. In eerste instantie dacht iedereen dat de kleur groen moest zijn maar dat bleek al snel een vergissing. Dit is wel het geval met latere types maar de eerste modellen waren wel degelijk in het muisgrijs gespoten. Dat is wel te begrijpen want ook de vroegere Pavesi tractoren die in dezelfde fabriek werden gebouwd, hadden ook die muisgrijze kleur. Deze Balilla is ook  nog uitgerust met een stalen panzitting terwijl de latere modellen met een gepolsterd stoeltje waren uitgerust. Het beeldje voor op de radiateurdop  heeft ook een bijzondere betekenis, dit is Ballila. Volgens een legendarisch verhaal was ‘Balilla’ de bijnaam die gegeven werd aan een Italiaanse jongen, Giovanni Battista Perasso, die in 1746 een steen had gegooid naar een Oostenrijks soldaat en zo onrechtstreeks de  aanzet had gegeven voor de opstand tegen de Oostenrijkse bezetting van Noord-Italië. Deze ‘heldendaad’ werd door de fascisten gezien als het voorbeeld van patriottisme

Technische gegevens

Merk                MOTOMECCANICA

  Model             BALILLA I° serie

  Motor             4 -takt

  Cil. inhoud      1440 cc

Aantal cilinders  4

  Boring x slag       67 x 102 mm

  Vermogen       10 pk - 1300 g/min

  Brandstof       benzine/ petroleum

Koeling           water

Transmissie    6 V/2 A

  gewicht           850 kg

Bouwjaar       1930-1952

Gerelateerd

Tags

Ugo Pavesi en Motomeccanica Balilla

Delen

  • Recent
  • Popular
  • Tag
  • Hoe een Deutz een Porsche werd

    Hoe een Deutz een Porsche werd

    0 Comments

    Op bezoek bij Wouter de GraafTekst en foto’s: Jan van Zuilen  De Klep nummer 258  De grootste verrassing van het thema Porsche op het IHF 2023 waren zonder twijfel de trekker...
  • Het Eicher museum in Forstern, Bayern

    Het Eicher museum in Forstern, Bayern

    0 Comments

       Ko de FeijterAfgelopen jaar bezochten we het exclusieve Eicher museum in de Duitse plaats Forstern, de plaats waar van 1937 tot en met 1974 de tractoren van Eicher gebouwd werden.Het muse...
  • Claas bouwt al 50 jaar Jaguar-hakselaars

    Claas bouwt al 50 jaar Jaguar-hakselaars

    0 Comments

    Het Duitse Claas vierde dit najaar dat het 50 jaar Jaguar- veldhakselaars bouwt. In 1973 kwam de eerste Jaguar, de SF 60, op de markt.Tijdens de voorbije 50 jaar bouwde Claas meer dan 45.000 zelfrijde...
  • Gloeikoptrekkers made in Italy  Deel 2

    Gloeikoptrekkers made in Italy Deel 2

    0 Comments

    Gloeikoptrekkers made in Italy          Landbouwmachines uit Italië hebben vanaf de jaren zestig massaal West-Europa overspoeld, inclusief Nederland. ...
  • Het korte bestaan van de GéDé tractor

    Het korte bestaan van de GéDé tractor

    0 Comments

    Nederlandse trekkermerken, je kan er waarschijnlijk niet direct een noemen maar ze hebben wel degelijk bestaan. In de eerste plaats denken we dan vooral aan Brons en GéDé die toch behoorlijk wat trekk...
  • Ford TW: Europeaan met Amerikaanse roots

    Ford TW: Europeaan met Amerikaanse roots

    0 Comments

    Ford TW: Europeaan met Amerikaanse roots *Tekst: Jan Ebinger,  Beeld: Jan Ebinger & Maarten Martens & Davy Tandt In 1979 lanceert Ford Motor Company tijdens de Sima de TW-serie. De d...
  • Chamberlain, een tractorfabrikant  uit  Australië

    Chamberlain, een tractorfabrikant uit Australië

    0 Comments

    Een klein vraagje: wat  is het resultaat als men een Chamberlain ‘Champion MK II’ uit 1960 en een Fiat 50 rupstrekker uit 1950  sloopt en vakkundig samengevoegd tot é&eacu...
  • Geschiedenis van PZ Geldrop

    Geschiedenis van PZ Geldrop

    0 Comments

    Het was in 1937 ten tijde van de economische crisis dat Piet Zweegers van baron Van Tuyll van Serooskerken 5000 gulden leende om zich uit te kunnen kopen bij het noodlijdende GELRIA; Genoemd naar Geld...