Verslag en foto,s Ko de Feijter.
In één van de oude fabriekshallen van Bolinder Munktells in de Zweedse industriestad Eskilstuna is sinds 1991 het Munktell museum gehuisvest (foto 1). Het mooie is dat de gebouwen nog geheel in oorspronkelijke staat verkeren maar ook de omgeving ademt nog de sfeer van vroeger uit. Zo is er bijvoorbeeld een oude gerestaureerde ophaalbrug welke nog met klinknagels in elkaar gezet is maar ook een stuwdam uit 1865 in de aan het fabrieksterrein grenzende Eskilstunarivier. Echt een mooi geheel, in 2000 is alles rondom het museum in oude staat teruggebracht. Het geheel heeft nu de naam “Munktelstaden “ In 2008 werd het Munktellmuseet onderscheiden als beste industriemuseum ter wereld, en terecht!
Oprichter Johan Theofron Munktell, zoon van de pastoor begon hier in 1832 met de fabricage van machines zoals drukpersen, mechanismen voor bijvoorbeeld kerkklokken maar ook delen voor de scheepvaart, veel werd in de eigen gieterij vervaardigd. Rond 1850 werd gestart met de bouw van stoommachines (foto 2) bedoeld voor de aandrijving van locomotieven , schepen maar ook voor de dorsmachines. In 1890 werden de eerste verbrandingsmotoren gebouwd, de ontwikkelingen gingen snel en de vraag was groot.
De start van de tractorenbouw!
De eerste tractor, de Munktells 30-40 werd in 1914 gebouwd, de 30-40 in het museum(foto 3) is van bouwjaar 1915 en de nummer 5 uit de serie van 31 stuks! Is nieuw verkocht in Uppland Sweden samen met een 4 schaar getrokken ploeg. Met de introductie van de BM35/36 in 1952 werd de eigenaar gevraagd of de 30-40 terug naar de fabriek mocht komen om hem daar te showen, na de introductie van de nieuwe serie vond de toenmalige eigenaar het geldverspilling om deze 5,80 meter lange kolos nog terug naar hem te transporteren, vanaf die tijd is deze trekker in bezit van Munktell, tegenwoordig Volvo industrie machines. Deze 30-40 is vrijwel zeker de enige nog bestaande.
De tweede serie is de Munktells 20/24(foto 4), nu de helft kleiner en veel wendbaarder dan de 30/40. Nu met 1 cylinder tweetakt semi diesel gloeikopmotor gebouwd van 1917 tot 1921, geschikt om een 3 schaar ploeg mee te trekken. De 20/24 in het museum is nieuw geleverd aan Asbo Highway Department in Ostra Ljunby Sweden, gebruikt in de wegenbouw dus. Door gebrek aan brandstoffen ontstaan door de eerste wereldoorlog stagneerde de productie, zijn er 328 stuks van gebouwd.
Geheel nieuw ontwerp is de Munktells 22, geïntroduceerd in 1921 (foto 5) de twee cylinder tweetakt semidiesel gloeikop met een inhoud van 7,3 liter is afkomstig van het door hun opgekochte Zweedse merk Avance, is ook geschikt om op ruwe olie te werken. In plaats van de bronzen lagerbussen in de aandrijving is deze serie uitgerust met 38 kogellagers per trekker,lagers geproduceerd in Zweden. Transmissie nu 1 gietijzeren behuizing met de kamwielen in oliebad, stuk moderner dus. Zijn er tot 1934 1579 van gebouwd. Vanaf 1927 was ook het type 30 leverbaar, de zelfde tractor maar dan met 10,2 liter motorinhoud en 30 p.k. In 1932 wordt een samenwerking aangegaan met trekker en machinefabrikant Bolinder uit Stockholm , men gaat verder onder de naam Bolinder-Munktell.
Net voor de tweede wereldoorlog komt men met het type BM 2, ook weer een doorontwikkeling van de 22 en de BM 25, ook met de twee cylinder tweetakt gloeikop motor. Het museum bezit een BM 2 met Hesselman houtgasgenerator (foto 6) Is dan type GBM 2. Van deze versie zijn er tot 1946 473 stuks gebouwd. Na de oorlog bood Bolinder Munktell een ombouwkit aan om de trekker terug op diesel te laten lopen, de GBM 2 van het museum is nooit terug omgebouwd en verkeerd geheel in originele lopende staat. Inhoud van de ketel waar de houtblokken in moeten is 150 liter,hierop kan men ongeveer 6 draaiuren maken.
Bolinder Munktells introduceerde aan het eind van de oorlog de BM 20 met tweetakt gloeikop dieselmotor en ging tevens een samenwerking aan met Volvo uit Göteburg aan(foto 7), Volvo bouwde in de BM 20 een vier cylinder Hesselman motor, deze lage druk diesel werd gestart op benzine en werd dan overgeschakeld op diesel, werd verkocht als type T43, deze trekker van het museum is nummer 1248 van de 1800 die gebouwd zijn. In productie van 1946 tot 1950. Van deze trekker is bekend dat hij tot 1975 in bedrijf geweest is vlak bij het Munktellmuseum in de plaats Katrineholm, na 20 jaar stilgestaan te hebben werd de trekker opgekocht door het museum. In dezelfde periode kwam Volvo ook met de T 21, de achterbrug kwam van de BM 10, de motor kwam uit de Volvo fabriek in Göteburg.
De BM 21 is de opvolger van de BM 20 (foto8) was in productie van 1951 tot 1953, slechts 1013 stuks van gebouwd. Leverde 46 pk.
De samenwerking met Volvo ging verder en ergens in de jaren 50 nam Volvo alle aandelen van Bolinder Munktells over, de productie van beide merken ging verder zonder dat er nog verschillende technieken toegepast werden, bijvoorbeeld deze Volvo Krabat (foto9) is gelijk aan de BM Terrier op de kleur na en werden vanaf toen bijna allemaal in Eskilstuna gebouwd,vanaf begin jaren 70 werd alles onder de naam Volvo BM verkocht, ook werd een tweede trekkerassemblagelijn opgezet in het nabijgelegen Hällby waar de T500, de 2250 en 2254 samengesteld werden, achterbruggen en voorassen kwamen van IHC uit Doncaster, de motoren werden aangekocht bij Perkins.Helaas betekende de overname door Valmet in 1979 het einde van de trekkerbouw onder de naam Volvo BM, de laatse 2654 liep in 1984 in Eskilstuna van de band. Tot en met 1987 zijn er nog een aantal Volvo BM Valmet 2005 en 2105 trekkers gebouwd. Laatste Volvo BM combine,s werden in 1981 geproduceerd in de maaidorserfabriek in Hallsberg waarna men nog enkele jaren machines inkocht bij Claas in Harsewinkel en onder eigen naam op de markt bracht.
Alle in het museum getoonde tractoren zijn in de voormalige testruimte voor de motoren ondergebracht, in een zijvleugel, genaamd de nieuwe hal vindt men onder andere de machines zoals deze Bolinder Munktells MST 751 combine (foto 10) maar ook een deel grondverzetmachines zoals Munktell graders, diverse Volvo shovels en een paar Volvo dumpers, maar ook bijvoorbeeld machines van de merken Zettelmeyer en Akerman wat ook onder eigenaar Volvo Construction equipement valt. Veel groepen die op uitnodiging de Volvo fabrieken in Goteburg bezoeken krijgen van daar uit ook de mogelijkheid om het Munktellmuseet te bezoeken. Zeker ook voor mensen uit het grondverzet heel interessant. Verder is het museum aangekleed met veel oud beeldmateriaal aan de wanden en meerdere vitrinekasten met schaalmodellen waaronder ook zelfbouw.
Tevens is er een fanshop waar bijvoorbeeld boeken, dvd’s, kleding , speldjes en nog veel meer verkocht worden, een kleine hoek is ingericht om iets te drinken, bijvoorbeeld het 2 graden bier wat Theofron vroeger voor zijn werknemers liet brouwen, is daar in 2003 opnieuw geïntroduceerd! Flesjes met origineel Munktell etiket zijn een mooi souvenir maar de smaak.. nee, daar laat ik me niet over uit.
Echt 1 van de mooiere musea waar door eigenaar Volvo Construction Equipment kosten nog moeite bespaard zijn,de omgeving en de oude fabriekshallen met inhoud zijn echt het zien waard.