Eind 2005 besloot ik mijn oldtimerpassie, ik had reeds verschillende moto’s gerestaureerd, te verleggen en net zoals mijn vader, oude tractoren te gaan restaureren. Ik had al wat trekkers zien passeren bij mijn vader, had reeds een paar tractor oldtimertreffens bijgewoond en was van mening, dat als ik er ééntje kocht, het een uniek exemplaar moest zijn. Ik had mijn zinnen gezet op de John Deere, Amerikaanse letter series, in row crop versie. Na enig zoekwerk vond ik in het noorden van Nederland, bij Arjan Van Lenthe (zie advertentie in dit clubblad), een totaal verloederd trekkertje, een John Deere B uit 1936 met spaakwielen. De verkoper had mij telefonisch reeds gemeld dat de trekker in slechte tot zeer slechte staat was, maar de vraagprijs was er dan ook naar. Daar aangekomen bleek de tractor inderdaad in zeer slechte staat, maar mijns inziens nog altijd restaureerbaar. Het trekkertje had zijn leven gesleten op de eindeloze prairies in het Midwesten van Amerika, was uiteindelijk reeds vele jaren terug aan de kant gezet en recent in een container de oceaan over gekomen. Uiterlijk vielen vooral de wielen op, vooraan lagen er zelfs geen banden meer op, achteraan waren ze gewoon rot, in die mate dat band en velg bijeen gehouden werden met spanbanden. Aangezien de trekker niet rijdbaar was, kwam er een heftruck aan te pas om hem op de autotransporter te krijgen. We wisten alleen niet of we hem er thuis ooit nog zouden afkrijgen, want dat ding liep voor geen meter. Thuis aangekomen bleek dat ook de stuurinrichting defect was, zodat bij het vooruitslepen er een pince aan te pas kwam om de voorste wielen in de goede richting te draaien. Over de 100m die we moesten afleggen hebben we meer dan een uur gedaan.Uiteindelijk stond de trekker in mijn stalling en kon begonnen worden met de afbraak.
Klaar voor afbraak
Eerste werk was het verwijderen van de achterwielen, wat geen simpele opdracht is bij zo’n John Deere’s. Dat had ik al door nog voor ik de trekker had gekocht, in Amerika worden namelijk ganse websites gewijd aan het probleem “how to get those @#%&$! wheels off!”. Uren heb ik met een voorhamer langs de binnenzijde van de wielen staan kloppen om ze er mm voor mm af te krijgen. Eens verwijderd waren ze goed voor de schroothoop, totaal rot. De voorste wielen waren gemakkelijk te verwijderen, maar door het lopen zonder band waren ze flink ingedeukt en kwam er een sjalomo aan te pas om ze weer min of meer recht te krijgen. Het stuurprobleem was er geen, het stuur was gewoon 180° gedraaid, waardoor het wormwiel geen pak meer had op het halve tandwiel. Motorisch was de trekker los, maar had weinig compressie en kon ook geen enkele versnelling nemen. Bij het ontmantelen moesten dus zowel cylinder als versnellingsbak gedemonteerd worden. Al vrij snel was de trekker nog een goeie halve meter lang, alleen de achteras en vernellingsbak hingen nog aan mekaar. Omdat er ook speling op één van de achterassen zat en lekkage thv dichting tussen achterbrug en versnellingsbak werd ook de achterbrug verwijderd, voorzien van nieuwe dichtingen en roulementen en terug gemonteerd. Het probleem van de versnellingsbak zat hem in het u-vormig plaatje waarin de schakelpook beweegt, deze blokkerde om één of andere reden de beweging van de schakelpook en werd een paar mm uitgeslepen waarna het euvel opgelost bleek.
De liggende 2-cylinder werd na verwijderen van de cylinderkop gedemonteerd. Al bij al bleken de zuigers nog in goeie staat en zaten enkel de zuigerringen vast. De trekker heeft, nadat hij uit gebruik werd genomen, waarschijnlijk dienst gedaan als woonplaats voor een familie muizen, aangezien 1 van de 2 cylinders vol zat met graankorrels.
Na het honen van de cylinderwand (een John Deere 2-cylinder werkt zonder bussen), het schoon maken van de waterkanalen en het plaatsen van nieuwe originele zuigerveren kon de cylinder terug op het krukas-gedeelte gezet worden.
De cylinderkop werd bij een gespecialiseerde firma binnen gedaan voor het vlakken en het zetten van de klepgaten. Na een paar weken kwam het slechte nieuws dat deze gescheurd was in de klepgaten en niet meer kon gerepareerd worden. Hier zat ik dan, met een tractor zonder cylinderkop. Hoe ging ik in godsnaam een cylinderkop uit 1936 vinden van een tractor waarbij de cylinderkop de achillespees bleek te zijn. Na een paar maand zoek- en speurwerk vond Arjan Van Lenthe een gereviseerde cylinderkop in Amerika. Wat een opluchting! Arjan bezorgde mij naast de cylinderkop ook een splinternieuwe motorkap en de nodige dichtingen.
Ondertussen was ik zelf in Amerika online gaan shoppen en kocht ik o.a. een nieuwe radiator met bijhorende grille, een nieuw stuur, bougiekabels, benzineleiding, nieuwe oliedruk en temperatuurmeter, stickers, koppeling, remschoenen, revisiekit carburator, manifold en een compleet nieuw uitlaatsysteem. Ik mag van geluk spreken dat er in Amerika veel John Deere B’s zijn verkocht en er een replica-markt van onderdelen bestaat voor deze modellen. Nu zat ik nog met het probleem van de rotte achterwielen. Ik vond in Limburg al gauw een paar passende spaakwielen met banden, volgens de verkoper in zeer goede staat, zelfs de banden. Daar aangekomen kwam ik serieus ontgoocheld aan, banden bleken slecht en de velgen zelf waren hier en daar doorgeroest. Bij gebrek aan beter toch maar meegenomen voor een veel te hoge prijs en binnengestoken bij een bandencentrale om de versleten banden er af te halen. Omwille van het feit dat de velgen op sommige plaatsen zo dun waren werd geopteerd om de banden eraf te slijpen ipv te trekken. Nadien konden de velgen, samen met alle andere losse stukken gezandstraald worden. De velgen dienden op verschillende plaatsen te worden opgelast en na heel wat schuur en plamuurwerk kwamen ze er als bij wonder nog deftig voor, klaar om in de lak te zetten.
Samen met de voorwielen, ondertussen uitgeblutst, werden ze in het John Deere geel gelakt. Vanwege de abnormale maat (9-36) viel ik haast steil achterover bij het horen van de prijs voor 2 nieuwe achterbanden. Ik ben dan maar opzoek gegaan naar een paar sproeiwielen 9-36 met goeie banden, die ik al vlug vond voor een paar 100 euro’s. De banden hiervan werden samen met nieuwe voorbandjes gemonteerd. Ondertussen was de naakte body volledig ontvet en geschuurd en kon begonnen worden met de heropbouw, dit nadat reeds een paar ontoegankelijk stukken in het John Deere groen waren gezet.
Nu zowel voor als achteras in orde waren konden de wielen terug gemonteerd worden en was de trekker voor het eerst in, naar ik vermoed, tientallen jaren weer deftig verplaatsbaar.
Op dit moment van de restauratie werd wegens tijdsgebrek, de restauratie was nu al anderhalf jaar bezig, besloten de trekker bij mij vader te plaatsen voor het spuiten en verder afwerken ervan. Hierbij kwam hulp uit onverwachte hoek bij het besturen van de tractor tijdens de verplaatsing. Dezelfde 100m werden anderhalf jaar na datum in een paar minuten afgelegd.
Van zodra de tractor op zijn nieuwe lokatie aangekomen was, werd hij direct onder handen genomen door vader Willy, die meer ervaring, maar vooral meer tijd heeft dan ik. Al gauw stond hij volledig in de lak en werden de ontbrekende delen gemonteerd. Het was even wachten op de carburator, die door schoonvader voorzien werd van een revisiekit, maar uiteindelijk kwam ook dit in orde. Ik liet ondertussen motorkap en benzinetank in de autolak zetten en voorzag het nieuwe motorkapje van de nodige vinyl “cut-out” stickers. Deze stickers geven een beter resultaat omdat ze niet voorzien zijn van een doorzichtige plastiek folie, maar volledig uitgesneden zijn. De stickers dienden lichtjes aangepast te worden. Aangezien het een model 1936 is, moest de “leaping deer” of “hert” tussen John en Deere verwijderd worden. Enkel de eerste modellen uit 1935 hebben een “hert”-afbeelding tussen John en Deere staan.
Voor we met dit trekkertje kunnen pronken op de volgende OTL historische dagen van 2009, rest ons deze winter nog het afstellen van de handkoppeling en van de magneto ontsteking, een kleine klus invergelijking met het werk dat ik samen met mijn vader in deze trekker reeds getoken hebben, maar het resultaat mag er zijn!
Type geschiedenis :
Het John Deere Model B, unstyled type, werd geïntroduceerd eind 1934, als een 1935 model en werd gemaakt tot juni 1937. Werd opgevolgd door het type B early styled vanaf 1938, later door het type B late styled. De laatste John Deere B liep van de band in 1952. Het was een traktor bedoeld voor de kleinere landbouwbedrijven en was geschikt voor het trekken van een 2-schaar ploeg.
Serienummers John Deere unstyled B :
1935 : vanaf 1000
1936 : vanaf 12012 (de trekker in dit verhaal heeft serienummer 13613)
1937 : vanaf 27389
Technische gegevens John Deere unstyled B :
Fabriek : Waterloo, Iowa, USA
Fabrikant : John Deere
Serie : 2-cylinder letter series
Totaal aantal gebouwde exemplaren : Type B, zowel unstyled, early styled als late styled : 300.000 ; enkel de unstyled versie, gebouwd van oktober 1934 tot juni 1937 : 47.000
Serienummer : 13613 ; deze traktor heeft volgens het logboek de fabriek verlaten in februari 1936
Brandstof : pertroleum (rijden) – benzine (starten)
Ontsteking : High Tension Wico Magneto – Fairbanks Morse DRV-2 B
Carburator : Marvel-Schebler DLTX-10
Cylinderinhoud : 149 cubic inches (2441cc), liggende 2 cylinder, watergekoeld
Boring en slag : 4.25x5.25 inches (107.95x133.35mm)
Pk : 12 (drawbar) – 16 (PTO)
Banden voor : 5.00x15
Banden achter : 7.50x36
Snelheid : 6.75mph (11km/u)
Gewicht : 3.275pounds (1485kg)
Kostprijs in 1936 : 715$ (ongeveer 500euro)
Geen elektrisch systeem
Eigenaar : De Croo Lieven/Willy, Lochristi
Verslag : Lieven De Croo