Traktorgeschiedenis
De traktor werd, hoewel het bouwjaar 1956 betreft, in 1959 door Dhr. Van Herreweghe, een landbouwer uit Doornzele-Evergem, aangekocht bij AC dealer Bekaert Omer uit Oostakker. De invoerder van Allis Chalmers destijds was Hilaire Van Der Haeghen uit Antwerpen.
De traktor werd voornamelijk gebruikt bij het sproeien van de velden tegen onkruid en insecten. In 1968 werd de trekker tweedehands aangekocht door Dhr. Octaaf Van Hoecke, Koedreef, Zaffelare, schoonvader van de huidige eigenaar. De traktor werd er verder gebruikt als sproeimachine tot 1980.
Daarna heeft hij gedurende een periode van 15 jaar in één of andere schuur aan de kant gestaan tot hij in 1995 door de huidige eigenaar van onder het stof werd gehaald. De trekker draaide niet meer, had geen ontsteking en lekte langs alle kanten olie. Aangezien het een magneto ontsteking betrof, en deze moeilijk te vinden bleek, werd geopteerd om de ontsteking van een auto te monteren. Dit bleek wonderwel te lukken, doch de trekker bleef uitermate onbetrouwbaar, viel dikwijls stil waarna hij niet meer gestart kon worden. Ook was er het probleem van de niet meer verkrijgbare originele bougies ; na een tijdje stationair draaien gaven de vervang-bougies steevast de geest. Na een paar jaar zoeken werd uiteindelijk een tweedehands magneto gevonden, welke in combinatie met originele bougies een zeer voortreffelijk resultaat gaven.
Doch eind 2006, na problemen met een lekkende waterpomp en het feit dat er maar 2 versnellingen meer werkten, werd geopteerd om de trekker helemaal open te gooien en een grondige restauratie door te voeren. Het stuurhuis werd volledig vernieuwd, een thermostaat werd ingebouwd, alle lekkende dichtingen, waaronder die van de versnellingsbak, werden vervangen, een nieuwe waterpomp werd gemonteerd, de koppeling werd vernieuwd, alle carroserie delen werden gezandstraald, gemetaliseerd en uiteindelijk in de machinelak gestoken. Het probleem van het uit versnelling schieten werd na veel zoek- en paswerk opgelost, bleek dat de tandwielen van een tweetal versnellingen maar op een deel van het tandwiel raakten als de pook was ingeschakeld, waardoor bij zware belasting de tandwielen uit mekaar schoten.
Traktorgeschiedenis
De traktor werd, hoewel het bouwjaar 1956 betreft, in 1959 door Dhr. Van Herreweghe, een landbouwer uit Doornzele-Evergem, aangekocht bij AC dealer Bekaert Omer uit Oostakker. De invoerder van Allis Chalmers destijds was Hilaire Van Der Haeghen uit Antwerpen.
De traktor werd voornamelijk gebruikt bij het sproeien van de velden tegen onkruid en insecten.
In 1968 werd de trekker tweedehands aangekocht door Dhr. Octaaf Van Hoecke, Koedreef, Zaffelare, schoonvader van de huidige eigenaar. De traktor werd er verder gebruikt als sproeimachine tot 1980. Daarna heeft hij gedurende een periode van 15 jaar in één of andere schuur aan de kant gestaan tot hij in 1995 door de huidige eigenaar van onder het stof werd gehaald. De trekker draaide niet meer, had geen ontsteking en lekte langs alle kanten olie. Aangezien het een magneto ontsteking betrof, en deze moeilijk te vinden bleek, werd geopteerd om de ontsteking van een auto te monteren. Dit bleek wonderwel te lukken, doch de trekker bleef uitermate onbetrouwbaar, viel dikwijls stil waarna hij niet meer gestart kon worden. Ook was er het probleem van de niet meer verkrijgbare originele bougies ; na een tijdje stationair draaien gaven de vervang-bougies steevast de geest. Na een paar jaar zoeken werd uiteindelijk een tweedehands magneto gevonden, welke in combinatie met originele bougies een zeer voortreffelijk resultaat gaven.
Doch eind 2006, na problemen met een lekkende waterpomp en het feit dat er maar 2 versnellingen meer werkten, werd geopteerd om de trekker helemaal open te gooien en een grondige restauratie door te voeren. Het stuurhuis werd volledig vernieuwd, een thermostaat werd ingebouwd, alle lekkende dichtingen, waaronder die van de versnellingsbak, werden vervangen, een nieuwe waterpomp werd gemonteerd, de koppeling werd vernieuwd, alle carrosserie delen werden gezandstraald, gemetalliseerd en uiteindelijk in de machinelak gestoken. Het probleem van het uit versnelling schieten werd na veel zoek- en paswerk opgelost, bleek dat de tandwielen van een tweetal versnellingen maar op een deel van het tandwiel raakten als de pook was ingeschakeld, waardoor bij zware belasting de tandwielen uit mekaar schoten.
Merkgeschiedenis
Het bedrijf Allis-Chalmers vond haar roots in de Edward P. Allis and Company, die door EA Allis uit New York werd opgericht. Het bedrijf vervaardigde molenstenen, mobiele molens, scheepsschroeven en in een later fase ook de eerste Allis stoommachine. De firma was gevestigd in West Allis, Wisconsin, USA. Na de dood van EA Allis werd de productie verder gezet onder leiding van Edwin Reynolds, een stoomdeskundige. In 1900 leidde een toevallige ontmoeting tussen Reynolds en William Chalmers (van de Fraser and Chalmers Company) tot de oprichting van Allis-Chalmers. Oorspronkelijk bleef het bedrijf zware stoommachines produceren, maar later, rond 1914 werd besloten de productie uit te breiden naar tractoren. Verschillende types passeerden de revue, gaande van de 10-18 tot de 20-35, maar de verkoopcijfers bleven laag. Het was pas met de Model E, dat Allis-Chalmers eindelijk succes oogstte. In 1931 werd het noodlijdende Advance-Rumely opgekocht. Van hun succesrijkste model, de Model B, in productie tot 1957, werden meer dan 100.000 exemplaren verkocht. Inmiddels had de firma, net als International Harvester, een fabriek in Groot-Brittanie geopend, waar vanaf 1947 de Model B van de band liep. Verschillende modellen volgden, de D270 en 272, de WF, de WD, met als uitschieter de WD45, waarvan in 1957 de 90382ste van de band rolde. Begin jaren ’60 werden de D-modellen geïntroduceerd, waaronder de D14, D17, D18, D19 en D21, gevold door de ‘100’serie. Later werden samenwerkingsverbanden aangegaan met Renault Frankrijk en Fiat Italie, voornamelijk voor de kleinere motoren. Een gevold hiervan was de 6000-, de 7000- en in 1982 de 8000-serie.
Technische gegevens
Merk : Allis Chalmers
Type : D270 (opvolger van Model B)
Motor : 4 cylinder benzine/petroleum 1360cc (starten op benzine – overschakelen op petroleum of white spirit) – was ook verkrijgbaar met dieselmotor
Vermogen : 15pk drawbar 19pk belt
Wielen : 24inch achteraan, 15 inch vooraan
Topsnelheid : 21km/h
Versnellingen : 4
Productie : fabriek Lincolnshire Engeland
Eigenaar : Dirk en Pieter De Schaepmeester, Lokeren