Nieuws
02 oktober 2008

LOZEN BOER, hoe een kleine geschiedenis een grote naam krijgt

 hoe een kleine geschiedenis een grote naam krijgt

Frans De Bondt

     enkele begrippen

     Bareel: In onbruik geraakt Zuid-Nederlands woord voor slagboom of tolhek.  
     Bareelrecht: een tol of passagegeld dat moest betaald worden bij het inkomen of  erlaten van het cijnsgerechtigd grondgebied. Het innen gebeurde bijna altijd in een herberg.  
Vandaar de vele herbergnamen ‘In de Oude Bareel’.     De tolweg werd ook meestal met een bareel of slagboom versperd.
     In Beervelde: De straat tot waar men tol diende te betalen: Toleindestraat. In onze streken waren tegen 1880 de meeste wegen tolvrij.

     Dam: een door opgegraven grond opgeworpen dijk of verharding. Veelal aangelegd nabij drassige- of meersgronden. De hofstede ‘Loos goed’ heette vroeger
Goed up den Dam of Goed ten Damme.

     Kasseirecht: (Caseiderecht) Zoals het bareelgeld werd geïnd voor het gebruik van wegen, bestond eveneens kasseirecht voor de passage over een aangelegde steenweg.  
     Het innen gebeurde eveneens meestal in een afspanning of herberg
     Loos: In onbruik geraakt woord voor listig, pienter, schalks of snugger. ok  wel gebruikt in de betekenis van vals en onbetrouwbaar (bv. loos alarm).            

     voor alle duidelijkheid
     De herberg Lozen Boer lag vóór de fusies der gemeenten op 1.1.1977 op het grondgebied van Zeveneken, de hoeve Loosegoed (ferme)
     en Hof ter Denen op het grondgebied van Lochristi.

     Het kruispunt Lozen Boer, was vroeger een T kruispunt tussen Route de Saffelaere à Loochristy (nu Slagmanstraat) met de Route de Gand à Anvers (nu Denen en Lozen  
     Boer) en was ook de benaming van het gehuchtje (op de francofone kaarten aangeduid als hameau) dat als het ware over twee dorpen liep. Van de huidige Beerveldsebaan was
     er in onze verhalen nog geen sprake (die baan werd pas in de 19e eeuw aangelegd).

     De twee hoeven waarvan hierna sprake bestaan nog: Het Loosegoed (Beerveldsebaan 2) is nu eigendom van de familie Willy Blomme en het Hof  ter Denen (Denen 121) is in
     handen van de familie Ignace Van Nieuwerburgh. De familie Patrick Neyt beheert het horecabedrijf Lozen Boer (Lozen Boer 3-5).

 Welke verhalen doen de ronde over de benaming Lozen Boer ?

     1- een pientere boer (of voerman) 
     Een deel van de huidige Antwerpse steenweg, die vroeger Route de Gand à Anvers en later Gentsche Weg heette, werd reeds in de 17e eeuw gekasseid en kreeg bij 
     ordonnantie van de overheid het privilege van een bareelweg of tolweg waar kasseirecht diende betaald te worden. 
     Er moest dus passagegeld betaald worden voor elk dier, elk gespan of elke lastkar dewelke gebruik maakte van deze niet meer modderige weg.
     De hoeveelheid aan tolgeld hing af van de waarde van de ‘marchandise’ die werd overgebracht, zo was beer, bomen, snoeihout enz. vrij van tol, daarentegen moest wel 
     betaald worden op graangewassen, huisraad, koopwaar enz.

     Volgens de overlevering zou er een pientere boer geweest zijn die zijn marchandise bestaande uit gerst of graan verstopte in een holle boomstam om zodoende geen tolgeld 
     te moeten betalen. Vandaar de Lozen Boer
     De herberg (tolhuisje) werd dus later spottend  De Lozen Boer genoemd, naar de afspanning waar de slimme, pientere of lozen boer steeds gratis voorbij ging.

     2-  De omwalde hoeve
     Een andere versie van de oorsprong van de naam, zou kunnen wijzen op de omwalde hoeve die zich bevind op de hoek van de huidige Beerveldsebaan en Denen. 
     Op een kaart (Atlas der Buurtwegen) 1845 komt deze hoeve reeds voor onder de benaming Loosegoed. Op diezelfde kaart komt de afspanning Lozen Boer of het 
     kruispunt als toponiem echter niet voor, niettegenstaande op deze kaarten de herbergen meestal wel vermeld staan onder de naam cabaret of estaminet.
     Op de kaart Carte Topographique de la Belgique van Philippe Vandermaelen uit 1846-1854 komen de namen Loozen Boer als kruispunt en Loosegoed als omwald erf  
     dan wel voor. Vraag is hierbij, wie was eerst?

     3- De geslepen oplichter
     Een derde versie bestaat in het verhaal dat een pientere bewoner uit de 17e eeuw aan vreemde onwetende voermannen tolgeld vroeg en dit niettegenstaande er geen tolbareel was. Hier zou het woord loos gebruikt zijn in de betekenis van vals.

     4- Een slimme boer
     Een vierde versie spreekt over een boer die gebruik maakte van de verwarring tussen de grens Lochristi met Zeveneken, die elk tot een ander rechtsgebied behoorden om zich
     valselijk enige roeden land toe te eigenen.

     5- Spotnaam voor de bewoners
     De naam Lochristi  (Lo Sancti Christi) zou pas in voege gekomen zijn bij het stichten van de  parochie in de 13e eeuw. Voordien heette het dorp gewoon Lo of  Loo, wat 
     betekend  open plek in het bos, het woord wordt ter plaatse nog  steeds gebruikt  Men sprak dus van een boer van Lo of  een lozen boer.

     En nu ...... de historische achtergrond 
     De voorzitter van de heemkundige kring Oost-Oudburg, Roger Poelman, heeft een historische studie gemaakt over de omgeving van het buurtschap of gehucht
      de Lozen  Boer en kwam tot de volgende vaststelling: 
     In een cijnsboek uit de 17e eeuw van de Sint-Baafsheerlijkheid kwam reeds de vermelding Loozen boer voor. Dit is dus lang voor het invoeren van de tolbarelen, 
     die pas op het einde van de 18e eeuw, onder de Franse bezetting, werden opgericht.
     Het Hof ter Denen, gelegen tussen de Hoekskenstraat en de Slagmanstraat, behoorde vroeger toe aan de Gentse familie Van Loo. De pachters van dit hof werden in   de volksmond Van Loo zijnen boer genoemd. Gemakshalve uitgesproken als Van Loo zen boer. Het goed kwam halfweg de 18e eeuw in handen van de familie Van Poucke, doch
     men bleef de nieuwe eigenaars steevast Loo zen boer noemen. Ook een zoon die later de en Damme hoeve kocht (op de hoek van de huidige Beerveldsebaan en de Antwerpse
     steenweg) sleepte de naam mee. En zoals het dikwijls de gewoonte was werd een volkse benaming, door iedereen gekend, vast aangenomen. Het goed Ten Damme werd 
     kortweg Loosengoed genoemd en zo zal het buurtschap of gehuchtje om en rond het Goed ten Damme eveneens als de Loozen Boer de geschiedenis ingaan.

     Besluit
     De naam heeft dus weinig te maken met slimme, pientere of valse boeren, noch met de dorpsnaam Lo en is ook niet oorspronkelijk afkomstig van de hofstede
    Goed ten Damme, maar verwijst naar de vroegere eigenaars (Van Loo) en de volknaam van de pachters van het Hof ter Denen.

     Naast de plaatsomschrijvingen hebben ook tal van ondernemingen de naam overgenomen. De van oudsher gekende afspanning Loozen Boer heet nu
    Restaurant De Lozen Boer, de Ten Damme hoeve heet nu Loosegoed en uiteindelijk werd ook een deel van de steenweg Lozen Boer genaamd. Onlangs heeft men het nieuw
     aangelegde bedrijventerrein eveneens de naam Lozen Boer toegewezen. Een pittig biertje is ook de betiteling Lozen Boer waardig.

      En heet de Oldtimer Tractorenclub ook niet toevallig Lozen Boer

 

     Maar……om een verhaaltje te vertellen is de eerste versie uiteraard de leukste.                            

 
   

 

 

          

 

Lochristi 18e eeuw          van de Kasteeldreef tot de Lozen Boer

Omgeving buurtschap LOZER BOER  -  Lochristi (1845)

 

 

 

 

 

Gerelateerd