Er werd navraag gedaan of het mogelijk was om het bedrijf van Pladdet eens te bezoeken.
Mr Cazant was direct akkoord om hun bedrijf eens te bezoeken.
Het John Deere museum stond ook al een tijdje op ons verlanglijstje.
Dat waren al twee bestemmingen. Daar in de buurt is ook nog het karrenmuseum.
Afspraken gemaakt en volgorde bepaald om er een mooie dag van te maken.
De bus was al gauw vol geboekt.
Bezoek Pladdet in Biervliet / www.pladdet.nl
Door een ongeval op de E17 stonden we in de fille waardoor we een kwartier te laat bij Pladdet
aankwamen .Daar werden we ontvangen door Jonatan de Putter en Gerrit Cazant, de huidige directie
van Pladdet. In de kantine was er koffie voorzien en werd het verloop van het bezoek voor gesteld.
Daar de werknemers hun pauze hadden in de kantine hebben we eerst de werkplaats bezocht.
Daar hebben we de kranen van Creëlle CLG Beervelde , Grondwerken De Mol Lochristi en Mark De Ridder gezien
waar ze aanpassingen moeten aan doen. Giek verlengen -Ballast verzwaren – Cabines op een andere plaats zetten en laten kantelen –
Snelkoppelingen maken zodat de lange arm snel kan worden gewisseld voor een kortere en nog vele andere aanpassingen.
Bij de bestaande gebouwen zijn ze nu 3 nieuwe hallen aan het bij zetten om de productie no te verhogen.
Na de rondleiding in de fabriek werden we terug in de kantine ontvangen voor de presentatie.
Bij het nuttigen van een bakje koffie konden we luistern naar het ontstaan van de firma.
In 1943 word de firma Gebroeders Pladdet opgericht. Eèn van hun aktiviteiten is het verhuren van ploegen
en het dealerschap van een blauwe trekker,geen Ford,maar ze konden ons niet zeggen welke dan wel.
1955 Dealerschap van NCK draglines
1958 Dealerschap van Atlas graafmachines en word er gestart met de bakken productie
1962 Dealerschap Internationaal wielladers en bulldozers
1970 Dealerschap van Komatsu heftrucks
1983 Dealerschap van Komatsu graafmachines
1985 Dealerschap van Hyster en Crown heftrucks
1986 Overname door Ko Pladdet en Daan de Putter
1988 Het hele bedrijf brand af.
1989 Heropening van het bedrijf.
1993 50 jaar bestaan.
1996 Dealerschap van Hitachi
2009 overname door nieuw mamagement
2010 Opendeurdagen trekken 4000 bezoekers
2018 Meer dan 100 medewerkers. Die worden opgehaald en terug gebracht met een 10 tal busjes.
Die maken bakken tot 13 ton, Groot assortiment bakken en sloophamers;
Verkopen 400 sorteergrijpers ,1200snelwissels,6000 aanbouwdelen ,300 draai kantel bakken,
100 graafmachines tot 85 ton. Schieters worden geleverd vanuit Korea
En spoorbouw aanpassingen. Ze maken ook een stofzuiger die gebruikt word op plaatsen waar het te gevaarlijk is om leidingen te raken met de graafbak .
De 140PK stofzuiger zuigt het zand weg zodat de leidingen bloot komen zonder ze te raken. Kortom een groot assortiment.
Ze verkopen dat in Frankrijk Belgie Duitsland Canada en ook naar India.
Na het overhandigen van de gedenkplaat van ons bezoek aan Jonathan de Putter
zijn we allemaal weer op de bus gestapt voor de volgende etappe van de reis.
De volgende stopplaats is het karren museum in Essen.
Een bezoek aan het karrenmuseum is uitstekend te combineren met een drankje,
lunch of diner in het aangrenzende Kiekenhoeve. Deze gerestaureerde abdijhoeve uit 1767
serveert het hele jaar door streekgebonden specialiteiten.
Warm je in de wintermaanden op bij het haardvuur in de karakteristieke hoeve.
Geniet in de zomer maanden buiten op het terras van de gastronomie, de zon en de prachtige groene omgeving.
Hier hebben we dan ook van, hoe kan het anders, een halve kip met frietjes en een groenschoteltje genoten met een drankje naar keuze en een koffie.
De gidsen Leo en Olga van het karrenmuseum kwamen ons daar ophalen.
Karrenmuseum is ontstaan in 1960 door de heer Tiereliere. Dat was een onderwijzer in Essen die als bij beroep koeien ging schetsen bij de boeren.
De karren werden vervangen door gemotoriseerde voertuigen en de karren verdwenen in een hoekje in de schuur en later in een afdakje om verder te vergaan.
Tiereliere zag dat en zei tegen zo’n boer ;je doet die kar toch niet weg. Als ge ze moet hebben ,kom er dan maar om, was het antwoord.
En dat was het eerste exemplaar van de collectie. Eerst in een open plekje in het bos, maar later kreeg hij een plaats op een gemeente eigendom,
omdat hij moest verdwijnen uit het bos. De mensen in de omgeving die opruimden en oude spullen wilden wegdoen brachten die naar Tiereliere
omdat die er wel iets mee kon doen. En zo is er een mooie collectie ontstaan van wagens en koetsen van België en Nederland.
Karren uit het vroegere dorpsleven, wagens en karren uit de noeste boerenbestaan en koetsen voor de meer gegoede burgerij.
Deze staan allemaal opgesteld in een mooi wandelpark.
Een opvallende wagen was die van Willen Vermandel.
Zijn grootvader heeft die gemaakt en Blanchwas de pakjes bezorger van vroeger waar zijn liedje op gemaakt is.
Daar in de buurt was ook nog een hondenmolen te zien. De hond liep buiten in een rad en binnen was er een karnton aan verbonden.
De hond karnden de boter voor de boerin.
Ook een aanrader is het bezoek aan de werkplaats van de wagenmaker en de smid.
Hier is te zien hoe een houten wiel gemaakt word. Dat was een samenwerking tussen wagenmaker en smid.
Wim de smid liet ons een paardenhoef zien en hoe er een hoefijzer op gezet word. De nagels erin slaan is een nauwkeurige bezigheid.
De nagel mag niet in het leven van de hoef komen, omdat het paard dan kreupel is. Hij heeft ook een haak gemaakt en aan een ring geweld.
Wellen is het aan elkaar lassen door het heet te maken en dan op het aambeeld aan elkaar te kloppen.
Door de tijdnood zijn sommigen van ons zijn bij de smid blijven kijken, en anderen zijn naar het koetshuis gegaan
waar de koetsen en rijtuigen staan die gebruikt werden om uit te rijden.
Daar staat ook een lijkwagen bij en mooie koetsjes van de boeren voor een zondags ritje.
Ook hier werd een gedenkplaat overhandigt en bedankt voor de mooie uitleg.
Van hier uit naar het John Deere museum van de Mr Bogers.
John Deeremuseum van de Peter Bogers in Kruisland Nederland.
We zijn daar hartelijk ontvangen met een bakje koffie en een koekje. We hebben daar ook een paar broodjes gegeten
zodat we niet met een lege maag terug op de bus moesten.
Peter Bogers heeft een 50 tal tracktoren en de meeste daar van zij van uit Amerika naar hier gehaald.
Er zijn enkele John Deere Lanz tractoren bij uit de 300 reeks. Er is ook een combine te zien type 330 waar ieder jaar nog mee gewerkt word.
Als de grote combines beginnen te rijden schuift hij ook mee aan om ook zijn streepje af te rijden. Het project waar hij nu mee bezig is,
is een 4020 om over de gewassen zoals katoen te kunnen rijden.
Hij restaureert ze allemaal zelf en is meerdere keren naar USA geweest en een bezoek gebracht aan Moline center John Deere.
Een John Deere fanaat in hart en nieren. Zijn tracktoren zijn onder gebracht in de vroegere constructiehal van zijn zoon.
Het grotere spuitwerk gebeurt bij zijn zoon in Oud Gastel. Om een trekker te vervoeren heeft hij daar een speciale kar voor gemaakt.
De trekker blijft daar opstaan tot de wielen gemonteerd kunnen worden
Er saat toch een vreemde eend in de beid . Een Fiat Picolo . Dat was het trekkertje dat zijn vader kocht toen Roger 17 was. Hij is nu 71.
Na het overhandigen van de herdenkingsplaat en een hartelijk afscheid zijn we terug op de bus gestapt die ons terug bracht naar Lochristi.
Iedereen heeft hunnen genieten van deze reis.
Info via de site www;johndeeremuseum.nl :
In 1970 heb ik het akkerbouwbedrijf van mijn vader overgenomen en voortgezet.
Wij reden toen al met een John Deere 710. Hierdoor is de interesse voor John Deere ontstaan.
Halverwege de jaren `80 kocht ik een John Deere 3040.Die word nog steeds gebruikt.
In 1988 ben ik begonnen onder de naam Bobeco met container en machinebouw bedrijf.
Later heb ik enkele oude John Deere trekkers gekocht en daarna sloeg het John Deere virus in alle hevigheid toe.
In 2003 is het akkerbouwbedrijf door mijn zoon Robbert overgenomen. Natuurlijk word hier enkel met John Deere gereden
Robber explodeert naast de boerderij nog een juridisch-agrarisch adviesbureau. www.bogerskruisland.nl
Het container-en machinebouw bedrijf is enkele jaren terug door mijn andere zoon Frank overgenomen en dat bedrijf is eind 2011
verplaatst naar het industrieterrein te Oud Gastel www.bobeco.nl. Hierdoor kreeg ik meer vrije tijd om mijn droom te verwezenlijken:
een John Deere museum! Intussen had ik al veel trekkers verzameld. Na ruim een jaar schoonmaak en inrichting is het zover.
Iedereen die interesse heeft is tegen een kleine vergoeding welkom(kinderen gratis )
John Deere : Het handelsmerk met het springend hert werd in 1876 voor het eerst gedeponeerd.
Uit de documenten bij de deponering blijkt echter dat het merk toen al drie jaar in gebruik was.
John Deere was inmiddels een bedrijf met naam in Moline. Het bedrijf produceerde meer dan 60.000 ploegen per jaar,
die vaak `Moline-ploegen´ werden genoemd omdat de fabriek daar was gevestigd.
Er was duidelijk behoefte aan een officieel gedeponeerd handelsmerk.
Een officieel handelsmerk was ook de enige bescherming tegen kopiëren en misleiding.
In dit handelsmerk is een hert te zien dat over een houtblok springt
Sailant detail is dat het originele handelsmerk een Afrikaans hert afbeeldt.
Op latere handelsmerken staat een inheems Noordamerikaans witstaarthert.